Geschiedenis

Het begrip POLITIE

Het woord Politie is afgeleid van het Grieks woord “POLITEIA”, dat Staats- of Stadsbestuur betekent.

Oorspronkelijk heeft politie in Suriname de betekenis gehad van zorg voor het “gehele” Staatsbestuur. In het midden van de vorige eeuw betekende het de zorg voor het binnenlandse bestuur. Thans betekent het de zorg voor de handhaving van de orde, rust en veiligheid van de samenleving; Het opsporen van strafbare feiten en toezicht houden op de naleving der wettelijke voorschriften.
Naar aanleiding van de verschillende taken wordt er een onderscheiding gemaakt, n.l.:

1. Functioneel
De Repressieve Politie (opsporen van strafbare feiten; toezicht houden op de naleving van wettelijke voorschriften) ook aangeduid als Justitiële of Criminele Politie.
De Preventieve Politie (handhaving van de openbare orde en veiligheid; voorkomen van inbreuken en bescherming van personen en goederen) ook wel Administratieve of Veiligheid Politie.

2.  Organisatorisch
De Algemene Politie(Algemene opsporingsbevoegdheid)
De Bijzondere Politie (Beperkte opsporingsbevoegdheid)
De Militaire Politie (Algemene opsporingsbevoegdheid op militaire plaatsen en objecten en beperkte opsporingsbevoegdheid op openbare plaatsen.

Suriname is een rechtsstaat met verwijzing naar het vak Staatsinrichting. Enkele kenmerken zijn:

  • Een Overheid met de President aan de leiding, gebonden door wet en het recht.
  • Een Grondwet, waarin de grondrechten van de burgers en de verhoudingen tussen overheid-burger worden gegarandeerd.
  • De Trias Politica, waarbij er sprake is van een onafhankelijke rechterlijke macht.

Aandeel van de politie is in het algemeen terug te vinden in de verschillende taken en bevoegdheden die in ondergeschiktheid aan het bevoegde gezag worden uitgevoerd. De overheid biedt namelijk de garantie aan de burgers voor waarborging van haar rechten (rechtszekerheid), aangezien de politie gerekend mag worden tot de uitvoerende macht ( Trias Politica). Hieruit blijkt dat de politie nimmer als vierde macht kan fungeren.

Korte geschiedenis

Voor 1828: Geen afgebakende politiefunctie. Vermoedelijk meer uitvoering van bestuurshandelingen. Samenwerking tussen politie,  militairen en veldwachters als Dienaren der Justitie.

Vanaf 1828: Onderscheid tussen landelijke en Plaatselijke Politie, alsmede de formulering van de politietaak. De Landelijke Politie bestond uit militairen belast met werkzaamheden in de buitendistricten. De Plaatselijke Politie uit politieagenten in het Stadsdistrict Paramaribo.

In 1863: Ontstaan van het Korps Marechaussee in verband met de opheffing van de slavernij. Het Korps Marechaussee nam van de militairen over als Landelijke Politie. Ook het ontstaan van een korps BAVP-ers in verband met bijstand. De Procureur-generaal heeft bevel over Landelijke Politie en Plaatselijke Politie.

In 1867: Ontstaan van de derde politiemacht te weten Korps Inlanders.
1. Korps Niet Inlanders
2. Korps Inlanders
3. Korps Marechaussee
4. Bijstand van de BAVP-ers
In de buitendistricten onder leiding van de Districtscommissarissen.

In 1878: Ontstaan van het Korps Inlandse Politie door samenvoeging van de NIET en de INLANDSE. Tussen deze korpsen bestond samenwerking onder bevel van de Procureur-Generaal. Verder de samenstelling van de eerste ambtsinstructie waarin werd vastgesteld (GB. 1878 nr. 25):
1.  De Politiefunctie
2.  De Bevoegdheden
3.  De Rechtspositie van de ambtenaren van politie

In 1895: Ontstaan van het Korps Gewapende Politie belast met politiewerkzaamheden over het gehele land ( geldt als officiële oprichting).
1. Scheiding tussen Korps Gewestelijke Politie en het Korps Marechaussee
2. Onderscheid tussen ambtenaren van politie en beambten van politie
3. De Procureur-generaal bleef opperbevel
4. De Commissaris van politie kreeg de leiding in Paramaribo
5. De Districtscommissaris in de districten

In 1935: Militairen worden beëdigd tot BAVP-ers en als ondersteuning ingezet met de Politie.

In 1943: De Commissaris van Politie draagt het bevel het bevel over aan de Districtscommissaris van Paramaribo en werd belast met het beheer en organisatie van de Politie.

In 1948: Naamsverandering Commissaris werd Hoofd van de Dienst.

In 1954: Oorlogstijd. Bevoegdheden van de Politie gaan over op het Militair Gezag, waardoor Politie ambtenaar ondergeschikt werden aan de Militairen.

In 1973: Invoering van het Politie Handvest en naamsverandering in Korps Politie Suriname. Ook een organisatiestructuur Korps Politie Suriname:
1.  Een hiërarchische organisatie (rangenstelsel)
2.  Een andere taakuitoefening (functioneel)
3.  De gebondenheid met Justitie

Wij gebruiken cookies om de website goed te laten werken en om volledig anoniem het gebruik van onze website te analyseren.